Toepasselijke regels voor splitsingen door oprichting
1. De artikelen 137, 138, 139 en 141, artikel 142, leden 1 en 2, en de artikelen 143 tot en met 153 zijn van toepassing op de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, onverminderd de artikelen 11 en 12. Daartoe leze men in plaats van „vennootschappen die aan de splitsing deelnemen”„de gesplitste vennootschap” en in plaats van „verkrijgende vennootschap”„nieuwe vennootschap”.
2. In het splitsingsvoorstel worden behalve de gegevens als bedoeld in artikel 137, lid 2, de rechtsvorm, de naam en de statutaire zetel van elke nieuwe vennootschap vermeld.
3. Het splitsingsvoorstel, alsmede, indien daarvan een afzonderlijke akte wordt opgemaakt, de akte van oprichting of de ontwerpakte van oprichting en de statuten of de ontwerpstatuten van elke nieuwe vennootschap worden goedgekeurd door de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap.
4. De lidstaten mogen de verplichtingen van de artikelen 141 en 142 en artikel 143, lid 1, onder c), d) en e), niet opleggen wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de aandeelhouders van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van die vennootschap.